Bloeit in mei–juni met lilaroze, geurige bloemen. Wordt circa 1,50 m hoog en is bladverliezend. Houdt van vochthoudende grond en staat graag in zon tot halfschaduw. Snoei na de bloei voor vormbehoud; verjong door een derde van de oudste takken tot aan de grond weg te knippen. Winterhard, maar bloemen zijn vorstgevoelig — bescherm tegen noorden- en oostenwind. Lokt bijen en vlinders. Vermeerdering via houtstek of afleggen. Kan gevoelig zijn voor meeldauw, bladluizen en bladvlekkenziekte
Clematis montana 'Rubens' – Bosrank (Klimplant)
Uitspraak: KLE-MA-TIS
Bloeit pastelroze in mei–juni met een lichte vanillegeur. Wordt 6–8 meter hoog. Groeit het best in zon tot halfschaduw op vochtige, goed doorlaatbare grond; zet de voet in de schaduw. Bemest vóór de bloei, niet tijdens. Bloeit op oud hout. Snoei is niet noodzakelijk, maar lichte terugsnoei na de bloei kan bij te grote groei. Winterhard. Trekt bijen en vlinders aan. Vermeerdering via stek of afleggen. Ziektes: clematisverwelking, bladvlekkenziekte, bladluizen, spint.
Clematis 'Nelly Moser' – Bosrank (Klimplant)
Uitspraak: KLE-MA-TIS
Grootbloemige clematis met lichtpaarse bloemen en karmijnrode streep. Bloeit in mei–juni en opnieuw in september. Wordt circa 3,50 meter hoog en staat graag in zon tot halfschaduw op vochtige, goed doorlaatbare grond; zet de voet in de schaduw. In volle zon verbleken de bloemen snel — halfschaduw behoudt de kleur. Snoei eind februari of begin maart tot boven de nieuwe knoppen; verwijder dode of zwakke stengels. Na de eerste bloei uitgebloeide bloemen wegknippen voor een tweede bloei. Bemest vóór de bloei, niet tijdens; in juli een kleine gift, daarna stoppen. Ziektes: clematisverwelking, bladvlekkenziekte, bladluizen, spint.
Deze klassieke voorjaarsbloeier siert de tuin in mei–juni met geurige, witte klokvormige bloemen en bereikt een hoogte van 15–25 cm. Hij groeit het best in halfschaduw tot schaduw op vochtige, humusrijke grond. Hoewel niet groenblijvend, is de plant goed winterhard. Alle delen zijn giftig, dus voorzichtigheid is geboden bij kinderen en huisdieren. De bloemen trekken bijen en andere bestuivers aan, wat bijdraagt aan de biodiversiteit in de tuin. Vermeerdering kan via wortelstok, deling of zaaien, al duurt zaaien relatief lang. Ziektes: bladvlekkenziekte, wortelrot, slakkenvraat.
Deze compacte sierheester bloeit zachtgeel in mei en bereikt een hoogte en breedte van ongeveer 100–120 cm. In het najaar verschijnen opvallende rode bessen die geliefd zijn bij vogels. De plant gedijt het best op een zonnige tot halfschaduwrijke plek in goed gedraineerde grond. Om de vorm te behouden, is het aan te raden in het voorjaar de lange scheuten terug te snoeien. De heester is goed winterhard en verliest zijn blad in de winterperiode. Ziektes: echte meeldauw, bladvlekkenziekte, bladluizen.
Bellis perennis – Madeliefje (vaste plant)
Laagblijvende plant bloeit wit tot roze van mei tot juli en wordt 10 tot 15 cm hoog en breed. De bloemen sluiten zich bij het vallen van de avond. Bellis perennis trekt nuttige bestuivers aan zoals bijen en vlinders, en draagt zo bij aan de biodiversiteit. De ideale standplaats is in de zon of halfschaduw, op goed doorlatende tuingrond die niet te nat is. De plant is niet groenblijvend en kan bij strenge winters vorstgevoelig zijn. Voor een volle beplanting worden 9 tot 12 stuks per vierkante meter aanbevolen. Zaaien kan van maart tot juli; het zaad licht afdekken voor een goede kieming. Ziektes: wortelrot, stengelbasisrot (Phytophthora, Rhizoctonia), botrytis, fusarium, roest, bladluizen, erdraupe.
Clematis 'Giselle' – Bosrank (Klimplant)
Uitspraak: Dji-zel-le (Franse oorsprong)
Clematis 'Giselle' bloeit lilaroze van mei tot september en bereikt een hoogte van 1,20 tot 1,50 meter. De plant is niet groenblijvend, maar wel winterhard. Ze trekt bijen en vlinders aan en verlangt een standplaats in de zon of halfschaduw, in normale tot vochtige grond. In het voorjaar wordt ze teruggesnoeid tot 30 à 50 cm boven de grond en heeft baat bij regelmatige bemesting.
Hoewel ze robuust is, kan Clematis 'Giselle' gevoelig zijn voor ziektes zoals clematisverwelking, meeldauw en wortelrot. Ook bladluizen en rupsen kunnen schade veroorzaken.
Fuchsia hybride – Bellenplant (Vaste plant)
Uitspraak: Fuk-sia
Fuchsia hybride bloeit roze van mei tot oktober en blijft compact met een hoogte van ongeveer 25 cm. De plant houdt van een plek in de lichte zon tot halfschaduw, op licht vochtige grond. Ze is niet winterhard en moet in de winter beschermd of binnen gehaald worden. De sierlijke bloemen trekken bijen en vlinders aan. Door regelmatig de uitgebloeide bloemen te verwijderen, wordt nieuwe bloei gestimuleerd. Vermeerderen kan eenvoudig in het voorjaar via een top- of scheutstek.
Let op: Fuchsia kan gevoelig zijn voor bladluis, witte vlieg en botrytis (grijsrot).
Kalmia latifolia is een langzaam groeiende, wintergroene en winterharde heester die bloeit in tinten wit, roze en rood gedurende mei en juni. De plant bereikt een hoogte van 2 tot 4 meter en een breedte van 1,5 tot 2 meter. Ze gedijt het best op een standplaats in halfschaduw tot schaduw, in humusrijke en lichtzure grond. Vermeerderen gebeurt via afleggen, al neemt dit proces veel tijd in beslag. De plant kan gevoelig zijn voor ziektes zoals bladvlekkenziekte, wortelrot en meeldauw, vooral bij slechte drainage of te veel schaduw.
Delphinium ‘Guardian’ White – Ridderspoor (Vaste plant)
Uitspraak: Del-fi-nium Gwar-di-an
Delphinium ‘Guardian’ White bloeit wit van mei tot oktober en bereikt een hoogte van 75 cm tot 1 meter en een breedte van 1 tot 1,20 meter. De plant verlangt een standplaats in de zon tot halfschaduw, op voedzame, goed doorlatende grond. Ze is niet wintergroen. Per vierkante meter worden 5 tot 8 planten aanbevolen. Door de uitgebloeide stengels fors terug te knippen en goed te bemesten, ontstaat vaak een tweede bloei. Vermeerderen kan door ter plekke te zaaien in juni of augustus. Delphinium is gevoelig voor meeldauw, slakkenvraat en stengelrot, vooral bij vochtige omstandigheden en slechte luchtcirculatie.
Meeldauw:Aangetaste delen verwijderen en behandelen met een schimmelwerend middel.
Bladluizen:Wegspuiten met water of natuurlijke vijanden inzetten.
Bladvlekkenziekte:Aangetast blad verwijderen en zorgen voor voldoende luchtcirculatie.
Clematisverwelking: Aangetaste stengels tot op gezond hout terugknippen
Spint: Bestrijden met waternevel of natuurlijke vijanden zoals roofmijten.
Wortelrot:Voorkomen door goede drainage en niet te natte grond; aangetaste planten verwijderen.
Echte meeldauw:Aangetaste delen verwijderen en de plant behandelen met een schimmelwerend middel; zorg voor voldoende luchtcirculatie en vermijd natte bladeren.
Stengelrot:Ontstaat bij vochtige, warme grond. Oplossing: goede drainage.
Botrytis (grijsrot): Schimmelziekte die ontstaat bij hoge luchtvochtigheid. Verlaag luchtvochtigheid, verbeter ventilatie, verwijder aangetaste delen.
Erdraupe (bodemrups): Larve die ’s nachts jonge planten doorbijt. Grond loshouden, onkruid verwijderen, aaltjes inzetten, en indien nodig insecticide gebruiken.