De besjes zijn erg zuur en kunnen gebruikt worden in de jam
Pernettya mucronata - Parelbes (Heester)
Uitspraak = PER-NET-TIE-A
De bessen van een pernettya mucronata verkleuren prachtig van wit/groen naar rood, roze of wit en blijven de gehele winter aan de struik zitten. De bessen zijn giftig voor de mens. Dus deze bessen kun je niet gebruiken voor in de jam. Wil graag een plek in de tuin op lichtzure tot zure grond. Is 2 huizig, dus heb je dus altijd een mannelijke plant nodig om jaarlijks verzekerd te zijn van bessen. Wordt 50 cm a 1 m hoog, is winterhard tot - 15 graden en is wintergroen. De bloeitijd is mei/april met witte bloemetjes. Standplaats: halfschaduw/zon en beschut. Staat de plant in de zon, dan dient de grond vochtig te zijn. Vermeerderen door het nemen van stekken in november - december. Om nieuwe scheuten te stimuleren snoei je in de winter als het niet vriest, of in het voorjaar sterk terugsnoeien. Geef geen leidingwater, gebruik onthard water of regenwater. Zet 3 planten op 1 vierkante meter. Vermeerderen door te stekken in november - december.
Malus 'Professor Sprenger' - Sierappel (Heester)
Geeft in mei witte bloemen die sterk geuren en wordt 5 a 6 meter hoog. Is niet wintergroen, maar wel winterhard. Wil een plek in de zon op een drogere, voedzame, goed doorlatende grond. is windbestendig. Vormt gele appeltjes die ver in de winter aanblijven en niet eetbaar zijn. De appeltjes zijn niet giftig voor mens en dier. Het blad heeft een goudgele herfstverkleuring. Windbestendig, maar zeewind wordt slecht verdragen. Is licht schurft gevoelig en gevoelig voor bloedluis. Onderhoud en snoeien in oktober november.
Bloeit wit in mei/juni en wordt 1,50 m hoog. Het blad kleurt in de herfst rood, roze en paars. In de herfst komen er trossen met felrode bessen aan de heester die giftig zijn. Je kunt ze dus niet eten.. Ze blijven tot diep in de winter aan de heester zitten. Is winterhard, maar niet wintergroen. De standplaats dient zon/halfschaduw te zijn, op een voedzame, humusrijke grond, waarin water goed wordt vastgehouden. De heester heeft op een droge standplaats snel last van bladluizen. Bestand tegen zeewind en is windbestendig. Snoeien na de bloei. Snoei bij volgroeide struiken één op de vijf van de oude stengels bij de basis weg. Snoei scheuten die zwak zijn helemaal weg. Pas je verjongingssnoei toe, dan worden alle stengels bij de basis weggesnoeid. De stengels bloeien dan pas in het tweede jaar. Vermeerderen door een stek af te snijden en deze laten wortelen in vochtige compost. Of door afleggen. Buig de takken naar de grond en leg een steen op de tak. Na verloop van tijd vormen zich worteltjes op het laagste punt. Daarna knip je de tak af en heb je een nieuwe plant.
Bloeit van mei/juni met onopvallende geelgroene bloemetjes en wordt 1 m tot 1,20 m hoog en 1,5 m tot 2,5 m breed. Standplaats in de zon/halfschaduw op alle zuur, kalkhoudend, neutraal, humusrijke vochthoudende grond. De vruchtdozen in de herfst hebben oranje zaden en de bladeren kleuren prachtige felrood. Is een bladverliezende struik en zeer winterhard. Snoeien in maart kan, om de struik netjes te houden. Een mogelijke plaag is de kardinaalsmutsstippelmot. De rupsen vreten het blad aan, waarna ze dichte spinsels maken. Is windbestendig. Vermeerderen d.m.v. een winterstek.
Wordt 1,50 hoog en wil een plek in de zon/halfschaduw, liefst in de luwte, op vochthoudende, goed doorlatende grond. De grond mag licht zuur tot kalkhoudend zijn. Geeft kleine, roodachtig paarse bloemen die in de lente verschijnen. De gevleugelde zaden zijn net helikopters als men ze in de lucht gooit. Is winterhard, maar niet wintergroen. Snoei bij voorkeur niet. De acer kan sterk bloeden. Wilt je echter wel snoeien, doe dit dan in de rustperiode en dat is voor het einde van het jaar. Vermeerderen door enten op een onderstam van een gezaaide wilde japanse esdoorn, of door te zaaien. Er zal slechts een klein percentage soort echt terugkomen.
