Vliegen, zweefvliegen, bijen, hommels en muggen

Vliegen

Panorpa communis - Gewone schorpioenvlieg

Het mannetje van de gewone schorpioenvlieg heeft een angelvormig aanhangsel om het vrouwtje vast te houden tijdens het paren. Hij voedt zich met kleine insecten, aas en bladluizen door ze leeg te zuigen. De larven van deze vlieg leven in de grond en voeden zich met kleine ongewervelden. Volwassen schorpioenvliegen zijn actieve roofdieren en jagen op prooien gedurende de warmere maanden. Schorpioenvliegen zijn fascinerende insecten vanwege hun opmerkelijke anatomie en gedrag. Interessant is dat schorpioenvliegen niet steken en geen gevaar vormen voor mensen.

Bellardia-soorten - zwarte vlieg

In Nederland bestaan ​​er ongeveer 4 tot 5 soorten Bellardia. De vrouwelijke Bellardia hebben een uniek geboorteproces waarbij ze levende nakomelingen baren en deze op regenwormen deponeren. Deze larven consumeren de regenworm intern. Volwassen Bellardia voeden zich voornamelijk met nectar en stuifmeel. 

Lucillia cuprina - Groene vleesvlieg

De larven van de groene vleesvlieg eten alleen dood vlees. Er leven ongeveer 10 soorten Lucilia in Nederland. Lucilia soorten zijn van vitaal belang voor de afbraakprocessen in ecosystemen en helpen bij het recyclen van voedingsstoffen en afvalbeheer. Groene vleesvliegen staan bekend om hun kenmerkende metallic groene kleur en fascinerende gedrag.

Zweefvliegen

Halvemaanzwever - Halvemaanzweefvlieg

Een kleine zweefvlieg met halve maan strepen op het achterlijf, die zich voedt met bladluizen. Vaak worden ze verward met bijen vanwege hun geel-zwarte strepen, maar in werkelijkheid zijn zweefvliegen onschadelijk.

Ze zijn actieve vliegers en kunnen op dezelfde plek in de lucht blijven hangen, wat hen zeer behendige bestuivers maakt. Zweefvliegen zijn te vinden in verschillende habitats, waaronder bossen, tuinen, en zelfs moerassen.

Dankzij hun snelle voortplanting en wendbaarheid kunnen deze insecten zich gemakkelijk aanpassen aan verschillende omgevingen.

Kegelbijvlieg - Eristalis pertinax

Deze zweefvlieg imiteert een bij en kan gemakkelijk voor een bij worden aangezien. Mannetjes hebben een driehoekig achterlijf, terwijl vrouwtjes breder gebouwd zijn. De ogen van het vrouwtje zijn kleiner en verder uit elkaar dan die van het mannetje. Ze zetten hun larven af ​​in water, dat zich voedt met waterbacteriën. De larven bezitten een lange intrekbare ademhalingsbuis waarmee ze lucht uit het water kunnen ademen wanneer ze zich boven het oppervlak bevinden. Ze zijn ongevaarlijk voor mensen en zijn nuttig voor tuinen en gewassen.

Zweefvlieglarven worden vaak aangetroffen in stilstaande waterbronnen zoals vijvers, plassen en zelfs met water gevulde containers. 

Tipula vernalis of Langpootmug

Hoewel deze mug niet bijt, kunnen de larven graswortels aanvreten, waardoor kale plekken in het gras ontstaan. Om schade aan grasvelden te voorkomen, is het essentieel om preventieve maatregelen te nemen, zoals regelmatige beluchting en bemesting. Door af en toe inspecties uit te voeren op larven en aangetaste gebieden te behandelen, kan de gezondheid van het gras worden behouden en eventuele schade worden geminimaliseerd. Het is ook raadzaam om te zorgen voor een goede waterhuishouding en te kiezen voor resistente grassoorten om de impact van muggen te verminderen.

Clogmia albipunctata - wc motmug

In overvloed gevonden in toiletten en badkamers, gedijen de larven van de Clogmia albipunctata in afvoerleidingen waar ze zich voeden met rottend organisch materiaal. De aanwezigheid van deze motmug kan hinderlijk zijn en wordt vaak geassocieerd met een gebrek aan hygiëne. Het is essentieel vochtproblemen en lekkages aan te pakken om hun verspreiding te beperken. Door regelmatig schoon te maken en sanitair droog te houden, kunnen infestaties van deze motmuggen worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om rommel en voedselresten op te ruimen om aantrekkelijkheid voor deze kleine insecten te verminderen.

Hommels

Akkerhommel - Bombus pascuorum

Deze hommel heeft normaal gesproken roodbruine haren, maar er zijn regionale variaties. In het westen van Nederland zijn de haren donkerder dan in het oosten, en de zwarte haren op het achterlijf kunnen grijs of geel zijn. Akkerhommels bouwen hun nesten tussen mos en graspollen op de grond en gebruiken hun lange tong om nectar uit bloemen te halen. Door hun harige lichaam kunnen ze effectief pollen van bloem tot bloem overbrengen, waardoor planten kunnen voortbestaan en zich voortplanten. Ze zijn vooral belangrijk voor diverse gewassen, waaronder fruitbomen en bessenstruiken.