Buitenleven in Bloei: Jouw Gids voor een Groene Tuin in April

Akebia quinata - Klimbes, Schijnaugurk, Chocoladewingerd (Klimplant)

Uitspraak = Ah-KEE-bee-ah  kwi-NAH-tah

Bloeit in april en mei met geurige vanillebloemen. De eenslachtige bloemen zijn donkerrood tot paars (vrouwelijk) en lichtroze (mannelijk). Na kruisbestuiving ontstaan langwerpige paarse vruchten die eetbaar en zoet zijn. Akebia quinata groeit het best op een zonnige tot halfschaduwrijke plek in normale, niet te droge grond. De rankende takken hebben steun nodig en bloeien op eenjarig hout. Snoei direct na de bloei, tot een derde terug. Deze niet-groenblijvende, winterharde klimplant bereikt circa 6 meter hoogte. Vermeerderen kan via afleggen of zomerstek van halfverhoute delen.

Alliaria petiolata - Look-zonder-look (Tweejarig)

Bloeit wit in het tweede jaar, van april tot juni, en bereikt een hoogte van 50 cm tot 1 meter. De bladeren verspreiden een knoflookachtige geur en zijn, net als de bloemen, eetbaar. Groeit het liefst in halfschaduw op vochtige, voedselrijke grond. Komt van nature voor langs beken en in loofbossen. Vermeerderen kan eenvoudig door te zaaien tussen mei en juli. Ziekte: Puccinia alliariae (roestschimmel) Ongedierte: rupsen van het oranjetipje en het klein geaderd witje.

Symphytum officinale - Gewone smeerwortel (Vaste plant)

Uitspraak = SIM-fie-tum   off-i-SIN-ah-lee

Bloeit van eind april tot augustus met smalle bloemen in wit, roze, blauwpaars of roodpaars. Alleen langtongige insecten, zoals bepaalde hommels, kunnen bij de nectar komen. Korttongige hommels maken soms gaatjes aan de onderkant van de bloem om toch bij de nectar te komen. Deze vaste plant is winterhard, groenblijvend en groeit het best op vochtige tot natte, voedselrijke grond in zon of halfschaduw. Wordt ongeveer 1 meter hoog en breed. Vermeerderen kan door delen of zaaien tussen april en juli, na een koudebehandeling van het zaad. Ziekte: Erysiphe spp.(meeldauw) Ongedierte: bladluizen, slakken, rupsen van diverse nachtvlinders.

Brunnera macrophylla - Kaukasisch vergeet-mij-nietje (Vaste plant)

Uitspraak = BRUN-ne-ra     MA-kro-FIL-la

Bloeit blauw van april tot juni en wordt ongeveer 60 cm hoog en 40 tot 60 cm breed. Deze vaste plant is winterhard en windbestendig, maar niet groenblijvend. Groeit het best in halfschaduw tot schaduw; zon is mogelijk mits de grond vochtig blijft. Plantdichtheid: 7 stuks per m². Vermeerderen kan door stekken of scheuren. Ziekte: Erysiphe spp.(meeldauw) Ongedierte: slakken, bladluizen, mineervliegen.

Lamium galeobdolon subspecies argentatum - Bonte gele dovenetel (Vaste plant)

Uitspraak = LA-mi-um    ga-le-OB-do-lon   sub-spe-sies ar-gen-TA-tum

Bloeit geel van april tot juni en wordt 20 tot 30 cm hoog en 60 tot 90 cm breed. Deze vaste plant is groenblijvend en groeit het best in halfschaduw tot schaduw, op matig voedselrijke, lichte en zandige bodem. De bonte bladeren zijn behaard maar hebben geen brandharen. Vermeerderen kan eenvoudig door afleggen of een klein stukje wortel. Let op: de plant is zeer dominant en moet in de tuin goed binnen de perken gehouden worden. Ziekte: Erysiphe spp.(meeldauw). Ongedierte: slakken, bladluizen, tripsen.

Aubrieta' Hamburger Stadtpark' - Randjesbloem (Vaste plant)

Uitspraak = AW-bree-ee-ta   HAM-bur-ger  SHTAT-park

Lichtpaars bloeiende vaste plant die in april en mei bloeit en circa 15 cm hoog en 30 tot 40 cm breed. Groeit het best op een zonnige plek met goed doorlatende bodem. Niet wintergroen, maar wel geschikt als bodembedekker. Plantdichtheid: 9 tot 16 stuks per m². Vermeerderen kan eenvoudig door scheuren. Ziekte: Botrytis cinerea(grijze schimmel). Ongedierte: bladluizen, slakken, witte vlieg.

Myosotis sylvatica - Bos vergeet-mij-nietje (Twee - jarig)

Uitspraak = MIE-O-SO-TIS

Bloeit blauw met een geel oogje in april - juni en wordt 30 cm hoog en 20 tot 30 cm breed.. Is niet groenblijvend, niet winterhard en kan wegvallen door een te natte winter en voorjaar. Standplaats zon - halfschaduw. Zaaien in juni - september voor bloei in het volgende jaar. Ziekte: Peronospora spp.(valse meeldauw), Botrytis cinerea (grijze schimmel). Ongedierte: bladluizen, slakken, tripsen.

Caltha palustris - Dotterbloem (Moerasplant, vaste plant)

Uitspraak = KAL-THA

Bloeit geel in april - juni en houdt van een standplaats in de zon tot lichte schaduw. Wordt 50 cm hoog en 30 tot 60 cm breed. Is niet groenblijvend en wel winterhard. Na de bloei zullen de zaden wegdrijven in de vijver om elders langs de kant te ontkiemen. Soms geven ze in augustus een tweede nabloei. Vermeerderen door te zaaien of scheuren van de wortelstok. De dotterbloem is licht giftig. Ziekte: Pseudomonas spp.(bacterievlekken), Botrytis cinerea (grijze schimmel). Ongedierte: bladluizen, slakken, mineervliegen.

Clematis Evergreen Tai Yang - Bosrank (Klimplant)

Uitspraak = KLEE-MA-TIS

Groenblijvende klimmer die bloeit in april/juni. Wil een plek in de volle zon op een beschutte plek. Is winterhard tot - 10 graden. Snoei direct na de bloei de bloemen weg en de takken die snel groeien en slap hangen. Dan kan het zijn dat er een tweede bloei volgt in het najaar. Wordt 1 meter hoog. Ziekte: Phoma clematidina (stengelrot), Erysiphe spp. (meeldauw. )Ongedierte: bladluizen, slakken, tripsen.

Acer conspicuum Red Flamingo - Slangenschors esdoorn (Heester)

Wordt 2 a 3 m hoog en breed en geeft een onopvallende gele bloei in april mei. Bonte bladeren in roze/witte tinten met groene vlekken. Is bestand tegen zeewind, is winterhard, bladverliezend en wil een standplaats in de zon/halfschaduw. De grondsoort dient humeus en vochthoudend te zijn. Opvallend zijn vooral de mooie naakte rode takken in de winter. Ziekte: Verticillium dahliae (verwelkingsziekte), Rhytisma acerinum (zwarte vlekkenziekte). Ongedierte: bladluizen, wollige bloedluis, snuitkevers.