Bladverliezende heester die in mei en juni bloeit met roomwitte bloemen die naar vanille ruiken. De plant groeit tot ongeveer 2 tot 2,25 meter hoog en 1,50 meter breed. Staat het liefst op een plek in de zon tot halfschaduw, in humusrijke en niet te droge grond. De bladeren zijn aan de onderzijde behaard, wat de naam ‘wollige’ verklaart. Na de bloei verschijnen oranjerode bessen die later zwart verkleuren. In de herfst kleurt het blad dieprood. Snoeien is meestal niet nodig. Vermeerderen door stekken of afleggen. Ziektes: Echte meeldauw, bladvlekkenziekte, wortelrot.
Geranium nodosum – Ooievaarsbek (vaste plant)
Bloeit van mei tot september met lila bloemen. De plant wordt ongeveer 30 tot 45 centimeter hoog en 40 centimeter breed. Standplaats in de zon tot halfschaduw, in goed doorlaatbare en niet te vruchtbare grond. Deze vaste plant is goed bestand tegen droogte, waardoor hij zeer geschikt is voor onderhoudsvriendelijke tuinen. De bloemen trekken vlinders en andere insecten aan. Na de bloei kun je het dode blad en de uitgebloeide bloemen wegsnoeien. Geranium nodosum is winterhard maar niet wintergroen. Je plant er 8 tot 11 stuks per vierkante meter. Vermeerderen kan door te zaaien of door de plant in het voorjaar te delen. Kan last hebben van echte meeldauw, bladvlekkenziekte, wortelrot en grijze schimmel.
Bloeit van mei tot september met heldergele bloemen. De plant wordt ongeveer 10 tot 25 centimeter hoog en 30 tot 40 centimeter breed. Hij staat het liefst op een zonnige tot halfschaduwrijke plek in goed doorlatende, neutrale grond. Geef regelmatig water, maar voorkom dat de wortels langdurig nat blijven. Door uitgebloeide bloemen te verwijderen, verleng je de bloeiperiode. Vermeerderen kan door te zaaien in het voorjaar. Je plant er 11 tot 12 stuks per vierkante meter. De plant is niet winterhard, maar kan soms een zachte winter overleven. Sanvitalia procumbens kan gevoelig zijn voor wortelrot en echte meeldauw.
Rhodanthemum ‘Casablanca’, ook bekend als Marokkaanse margriet, bloeit in mei en september met witte bloemen. De plant wordt ongeveer 35 centimeter hoog en 30 centimeter breed. Hij staat het liefst op een zonnige plek in vochtvasthoudende, humusrijke grond en heeft baat bij een beschutte standplaats. Deze vaste plant is wintergroen en winterhard, en trekt bijen en vlinders aan. Je plant er ongeveer 5 stuks per vierkante meter. Vermeerderen kan door te zaaien in het voorjaar of door te stekken. Rhodanthemum ‘Casablanca’ kan gevoelig zijn voor wortelrot en schimmelziekten bij natte winters
Chrysanthemum vernale – Margriet (meerjarig)
Uitspraak: KRIS-AN-THE-MUM
Chrysanthemum vernale bloeit van mei tot september met witte bloemen en een geel hartje. De plant wordt ongeveer 75 centimeter hoog en breed. Hij staat het liefst op een zonnige plek in goed doorlaatbare grond. Deze margriet is winterhard maar niet wintergroen. Vermeerderen kan door te zaaien in de volle grond tussen juni en augustus, waarbij de bloei het jaar daarop volgt, of door de plant na de bloei te splitsen. Chrysanthemum vernale kan gevoelig zijn voor bladvlekkenziekte en wortelrot.
Hyacinthoides hispanica 'Alba' – Spaanse hyacint (bolgewas)
Uitspraak: HIE-A-SIN-THOI-DES HIS-PAN-I-KA
Bloeit in mei en juni met witte bloemen. De plant wordt ongeveer 30 tot 50 centimeter hoog en 30 tot 40 centimeter breed. Hij groeit goed op een plek in de zon, halfschaduw of schaduw, in doorlatende en humeuze grond. Na de bloei verwijder je de bloem, maar het loof laat je staan tot het geel wordt, zodat de bol zijn energie kan opslaan. Vermeerderen gebeurt door verwildering of zaaien. De plant is bestand tegen zoute wind en daardoor geschikt voor kusttuinen. Woelmuizen en ratten mijden de bol, waardoor hij bescherming biedt aan andere bollen. Hyacinthoides hispanica 'Alba' kan gevoelig zijn voor geelziekte en schimmelrot
Geranium phaeum bloeit in mei en juni met purperen bloemen en wordt ongeveer 50 tot 75 centimeter hoog en 50 tot 60 centimeter breed. De plant is winterhard maar niet wintergroen, en groeit goed op een plek in de zon, halfschaduw of schaduw, in vochtige en voedzame grond. Hij trekt bijen en vlinders aan en is geschikt voor natuurlijke tuinen. Je plant er ongeveer 7 stuks per vierkante meter. Vermeerderen kan door te zaaien in augustus in de volle grond. Geranium phaeum kan gevoelig zijn voor echte meeldauw en roest.
Chelidonium majus – Stinkende Gouwe (vaste plant)
Uitspraak: KEH-LI-DO-NI-UM
Chelidonium majus, beter bekend als stinkende gouwe, bloeit geel van mei tot oktober en wordt ongeveer 80 centimeter hoog. De bladeren lijken op die van een eik en de plant verspreidt een onaangename geur, wat zijn naam verklaart. Hij groeit het best in de halfschaduw op voedselrijke grond. De plant is winterhard maar niet groenblijvend, en staat bekend om zijn geneeskrachtige werking, bijvoorbeeld tegen wratten. Chelidonium is giftig voor de meeste dieren. Vermeerderen gebeurt door zaaien. Chelidonium majus kan gevoelig zijn voor meeldauw en bladvlekkenziekte.
Aquilegia vulgaris 'Petticoat Pink' bloeit in mei en juni met roze-witte, dubbele bloemen en wordt ongeveer 60 tot 75 centimeter hoog. De plant staat graag in de zon, halfschaduw of schaduw, op goed doorlaatbare grond. Hij is winterhard maar niet groenblijvend. Vermeerderen kan van mei tot augustus door te zaaien. Het zaad is een lichtkiemer en mag dus niet bedekt worden met aarde; houd het vochtig maar niet te nat. Aquilegia vulgaris kan gevoelig zijn voor meeldauw en roest.
Roest: verwijder aangetaste bladeren, verbeter luchtcirculatie en vermijd natte omstandigheden rond de plant.
Callistemon citrinus – Lampenpoetser (kuipplant)
Uitspraak: KAL-LIS-TEE-MON
Groenblijvende kuipplant, niet winterhard (min. +5 °C). Bloeit rood in mei–augustus met borstelvormige bloemen. Na de bloei verschijnen grijze vruchtjes. Blad ruikt naar citroen bij kneuzing. Standplaats: zon, zure en vochtige, goed doorlatende grond. Geen kraanwater geven. Snoei na bloei tot 1/3 van de tak, tot aan de eerstvolgende knop. Vermeerderen door stekken (zomer) of zaaien (lente). Kan tot 4 m hoog worden.
Ziekte: gevoelig voor zwarte schimmel.
Oplossingen ziektes
Echte meeldauw: Komt voor als een witte, poederachtige schimmel op bladeren en jonge scheuten. Je kunt dit bestrijden door aangetaste bladeren te verwijderen, te zorgen voor voldoende luchtcirculatie en indien nodig een schimmelbestrijdingsmiddel op basis van zwavel of kaliumbicarbonaat te gebruiken.
Bladvlekkenziekte: Veroorzaakt donkere vlekken op bladeren die kunnen vergelen en afvallen. Verwijder aangetaste bladeren, vermijd het nat maken van het blad met sproeiwater, en verbeter de luchtcirculatie. Bij ernstige aantasting kun je een schimmelbestrijder toepassen.
Wortelrot: Ontstaat vaak door slechte drainage en langdurig natte grond. Zorg voor een luchtige, humusrijke bodem en voorkom dat de plant te diep staat. Verwijder aangetaste planten en vervang eventueel de grond. Een kan helpen.
Grijze schimmel (Botrytis): Veroorzaakt rottende plekken op bladeren en bloemen, vooral bij vochtige omstandigheden. Te voorkomen met voldoende luchtcirculatie, matige watergift en het vermijden van te natte grond.
Geelziekte: Verwijder aangetaste planten, kies een goed doorlatende standplaats en gebruik gezonde bollen.
Roest:Verwijder aangetaste bladeren, verbeter luchtcirculatie en vermijd natte omstandigheden rond de plant.
Zwarte schimmel: Verwijder aangetaste bladeren, spoel plakkerige honingdauw af, en zorg voor goede luchtcirculatie.